|
1
2
3
|
1) | Voorts, broeders, bidt voor ons, opdat het1) Woord des Heeren zijn2) loop hebbe, en verheerlijkt3) worde, gelijk ook bij u; |
2) | En opdat wij mogen verlost4) worden van de ongeschikte en boze mensen; want het geloof is5) niet aller. |
3) | Maar de Heere is getrouw, Die u zal versterken6) en bewaren van7) den boze. |
4) | En wij vertrouwen van u in den Heere, dat gij, hetgeen wij u bevelen,8) ook doet, en doen zult. |
5) | Doch de Heere richte9) uw harten tot de liefde10) van God, en tot de lijdzaamheid11) van Christus. |
6) | En wij bevelen u, broeders,14) in12) den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat13) gij u onttrekt van een iegelijk broeder, die15) ongeregeld wandelt, en niet naar de inzetting,16) die hij van ons ontvangen heeft. |
7) | Want gijzelven weet, hoe men ons behoort17) na te volgen; want wij hebben ons niet ongeregeld18) gedragen onder u; |
8) | En wij hebben geen19) brood bij iemand gegeten voor niet, maar in arbeid en moeite, nacht en dag werkende,20) opdat wij niet iemand van u zouden lastig zijn; |
9) | Niet, dat wij de macht21) niet hebben, maar opdat wij onszelven u geven zouden tot een voorbeeld, om ons na22) te volgen. |
10) | Want ook toen wij bij u waren, hebben wij u dit bevolen, dat, zo23) iemand niet wil werken, hij ook niet ete. |
11) | Want wij24) horen, dat sommigen onder u ongeregeld wandelen, niet werkende, maar ijdele25) dingen doende. |
12) | Doch de zodanigen bevelen en vermanen wij door onzen Heere Jezus Christus, dat zij met stilheid werkende, hun26) eigen brood eten. |
13) | En gij, broeders, vertraagt27) niet in goed te doen. |
14) | Maar indien iemand ons28) woord, door dezen brief geschreven, niet gehoorzaam is, tekent29) dien; en vermengt30) u niet met hem, opdat hij beschaamd31) worde; |
15) | En houdt hem niet als een vijand,32) maar vermaant hem als een broeder.33) |
16) | De Heere nu34) des vredes Zelf geve u vrede te allen tijd, in35) allerlei wijze. De Heere zij met u allen. |
17) | De groetenis met mijn hand, van Paulus; hetwelk is een36) teken in iederen zendbrief; alzo schrijf ik. |
18) | De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. |